woensdag 30 november 2011

Post nr. 418: Tot meerdere eer en glorie van de wetenschap

Soms wil ik wat schrijven over wetenschap, maar laat ik me tegenhouden door – pardon – de wetenschap dat ik niet snel het niveau zal halen wat daar bij hoort. Soms slaat de balans echter door en vloeit er inkt. Letterlijk, ik schrijf mijn blogs nog steeds met de hand eerst in klad.

Sinds een jaar of twee hou ik een lijst bij van opmerkelijke uitspraken die ik hoor tijdens wetenschappelijke bijeenkomsten. Ik zou er graag een boek van maken, een stukje schrijven naar aanleiding van elke quote. Maar dat zijn dingen die je pas na je vertrek bij een werkgever kunt doen. Net zoals Voskuil. Nadat hij niet meer voor het Meertens Instituut werkte, schreef hij zo’n 5000 pagina’s vol over zijn belevenissen daar. 5000 pagina’s waarin helemaal niks gebeurt zoals mijn schoonvader pleegt te zeggen. Mijn boek daarentegen zou laten zien dat er wel degelijk wat gebeurt in de wetenschap en dat het meer dan de moeite waard is.

Werken in een omgeving waar ik veel te maken heb met topwetenschappers levert de unieke ervaring op dat ik te maken heb met mensen die het letterlijk beter weten en op meerdere gebieden ook nog. Niet op alle, anders zou ik tijdens de bijeenkomsten geen ondersteuning hoeven te geven om hun laptop op een beamer aan te sluiten bijvoorbeeld. Soms zijn ze ook absolute top in het zeuren, maar op dat soort momenten is het al fijn om daar aan te merken dat het soms ook nog gewone mensen zijn.

Wat ik merk is dat zo’n beetje elke wetenschappelijke gebeurtenis of bekendmaking voor mij minimaal de ervaring van ‘dat heb ik volgens mij eerder gehoord’ heeft. En dat klopt dus meestal ook, soms ben ik al anderhalf jaar van tevoren op de hoogte voordat het echt algemeen wereldkundig wordt. Een veel meer bevoorrechte positie is denk ik niet snel te vinden.

Inmiddels ben ik goed op weg in Stem van de wetenschap deel 2 van Klaas van Berkel (deel 1 ga ik ongetwijfeld, maar vreemd genoeg, waarschijnlijk hierna lezen), de geschiedenis van de KNAW van 1914-2008. Nou was Het Bureau al een vreemde confrontatie met de werkelijkheid, maar ook een beetje opzettelijk vreemd. Uit Van Berkels werk komt ook heel veel me bekend voor, maar op een veel minder bevreemdende manier. Het vormt meer een bewustwording waar bepaalde zaken waar ik nu mee te maken heb vandaan zijn gekomen.

Vlak na het uitkomen van het boek van Van Berkel schreef een journalist in De Pers op basis daarvan dat er niks gebeurde bij de Akademie. Iets meer dan 100 pagina’s op weg moet ik hem wel een beetje gelijk geven, uit de tekst komen niet heel veel wetenschappelijke prestaties naar voren. Wel het absolute vermogen om het genootschap een absoluut elitaire en onafhankelijke club te houden, waar politieke inmenging uit den boze was. Inmiddels is interactie met de politiek de normaalste zaak van de wereld bij de KNAW, maar soms lijken de wetenschappelijke prestaties nog de gewoonste zaak van de wereld te zijn en simpelweg te gebeuren. En zo is het ook, op dit niveau van het menselijk denken is topwetenschap de normaalste zaak van de wereld. Het valt gewoon niet op. Hoeveel prijzen er ook uitgereikt worden, het valt echt nauwelijks op. Gelukkig gaat dat er steeds een beetje meer af en komen er meer mensen dan ikzelf die in de gaten hebben dat er daadwerkelijk wat gebeurt. En zeker niet het minste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten