zondag 5 februari 2012

Post nr. 419: Jan Lever, een bioloog leest de Bijbel

Het boek Een bioloog leest de Bijbel is letterlijk het laatste werk van Jan Lever. 10 dagen na de publicatie van het boek overleed hij. Naar eigen zeggen had hij 70 jaar lang de evolutietheorie bestudeerd. De Bijbel heeft hij nog langer gestudeerd, afkomstig uit een gereformeerd nest.  Hij werd vlak na WO2 de eerste hoogleraar dierkunde aan de VU. Op basis van zijn wetenschappelijke verdiensten werd hij tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen verkozen en vervulde één termijn als voorzitter van de afdeling Natuurkunde van dat genootschap. Met een grote overtuiging dat de evolutietheorie klopte en een rotsvast geloof mag hij gezien worden als één van de grootste autoriteiten op het gebied van geloof en wetenschap.


 Het boek leest uitermate prettig, het is zeer vlot en modern geschreven. Niet direct wat je verwacht van iemand van boven de 85, maar het is uiteraard een uitermate leuke verrassing. Lever loopt heel wat bekende Bijbelteksten langs waar hem dingen in zijn opgevallen, zowel als mens en als bioloog. Hij bedient zich hiervoor standaard van Bijbels in Nederland, Duits, Frans en Engels om in eerste instantie te kijken of hij de tekst goed begrijpt en laat dan op een bijzonder toegankelijk niveau zijn kennis van de dieren- en plantenwereld erop los. Heel toegankelijk, alleen zijn kennis daarvan is zo enorm breed dat het soms begint te duizelen wat één persoon allemaal kan weten. En wat hem dan allemaal opviel in de Bijbel. Op basis van de benoeming van alle levensvormen door Adam concludeert hij dat dierkunde, uitgerekend zijn wetenschap, de allereerste was! Bij de letterlijke interpretatie van het verhaal van de Ark van Noach weet hij een niet eerder naar voren gebracht opsomming fysieke, logistiek en biologische problemen naar voren te brengen. En op heel wat tekstplaatsen wijst hij op passages die aangeven dat het toch echt om menselijke input en factoren gaat. Ik had ze eerder gelezen, maar het was me toen gewoon niet opgevallen.

De auteur weet heel wat zaken uit een toegedachte bovennatuurlijke sfeer te halen, maar nooit uit de goddelijke. Het enige punt waar mij dit persoonlijk stoorde was toen hij engelen als mythologisch en derhalve niet bestaande wezens aanduidde. Ook geen aanval op het Geloof, maar wel consequent zijn visie op het bovennatuurlijke aanhouden, maar zonder zich daarin te verliezen. 

Het boek moet niet gezien worden als een gezaghebbend werk dat probeert te vertellen hoe het nou allemaal zit, maar als een zeer onderhoudend en informatief document waar je veel van kunt leren. Op een aantal punten zal het aanhangers van een letterlijke Bijbellezing tegen de borst stuiten, maar het boek is erg goed in staat om je te prikkelen en fris over bekende zaken na te laten denken en je heel veel nieuwe dingen over de Schepping bij te brengen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten